WinRAR 6.20

WinRAR 6.20

1. Indien de optie “Wachtwoorden automatisch herkennen” in het dialoogvenster “Wachtwoorden beheren” is ingeschakeld en er is bij het verwerken van een archief een wachtwoord aanwezig onder de opgeslagen wachtwoorden, dat overeenkomt, dan wordt deze automatisch toegepast. Deze optie is alleen van toepassing voor archieven in RAR 5.0- en ZIP-indelingen, die de mogelijkheid bieden om wachtwoorden snel te controleren.

Er is een kleine kans dat de wachtwoordherkenning fout gaat voor ZIP-archieven als zich onder de opgeslagen wachtwoorden niet de goede bevindt. Indien het uitpakken van een versleuteld ZIP-archief mislukt, probeer dan deze optie uit te schakelen en daarna opnieuw uit te pakken, waarbij u dan handmatig het juiste wachtwoord ingeeft.

2. Indien de uitpakopdracht slechts een deel van de bestanden in een RAR-archief behelst, dan wordt er een aanvullende archiefanalyse uitgevoerd bij aanvang van het uitpakken. Het helpt bij het op juiste wijze uitpakken van bestandsreferenties, zelfs als de referentiebron niet is geselecteerd. Het werkt voor de meeste RAR-archieven, met uitzondering van volumes op meerdere verwisselbare media en archieven die een zeer groot aantal referenties bevatten.

Ook helpt in bepaalde gevallen zulke analyse mogelijk bij het optimaliseren van de hoeveelheid te verwerken gegevens bij het uitpakken van individuele bestanden van semi-compacte archieven gemaakt met de schakelopties -s en -se.

3. De optie “Oorspronkelijke archiefnaam en -tijd bewaren” op het tabblad “Opties” van het inpakdialoogvenster maakt het mogelijk om de oorspronkelijke archiefnaam en -tijd te bewaren. Indien het archief zulke gegevens bevat, dan worden deze weergegeven op het tabblad “Info” van de opdracht “Informatie weergeven”. Daarnaast kunnen ze worden hersteld op het tabblad “Opties” van dezelfde opdracht. Herstel behelst het wijzigen van de archiefnaam naar de oorspronkelijke naam en het instellen van de bewaarde tijd als de aanmaak- en wijzigingstijd van het archief.

In de opdrachtregelmodus kunnen de schakelopties -ams of alleen -am in combinatie met archiefwijzigingsopdrachten worden gebruikt om de archiefnaam en -tijd te bewaren. Deze bewaarde parameters worden weergegeven in de kop van de uitvoer van de opdrachten “l” en “v”, en kunnen worden hersteld met de schakeloptie -amr gecombineerd met de opdracht “ch”, zoals bijv. “rar ch -amr arc.rar”. Als -amr is opgegeven, dan negeert “ch” eventuele andere schakelopties t.b.v. archiefwijziging.

4. Snellere RAR5-compressie van moeizaam te comprimeren gegevens op moderne processoren met 8 of meer uitvoerthreads. Dit is van toepassing op alle methodes m.u.v. “Snelste”, waarbij de prestaties gelijk blijven.

5. Ondersteuning toegevoegd voor het uitpakken van .zipx-archieven die bestandsreferenties bevatten, aangenomen dat zowel de referentiebron als -doel is geselecteerd en de referentiebron zich binnen het archief bevindt vóór het referentiedoel.

6. Indien een bestand is groter is geworden na het inpakken bij het aanmaken van niet-compacte RAR-volumes, dan worden dergelijke bestanden voortaan opgeslagen zonder compressie, onafhankelijk van het volumenummer. Wel geldt als voorwaarde dat het bestand niet opgesplitst wordt tussen volumes. Eerder werkte dit alleen voor archieven in het eerste volume. Als een .zipx-archief bestandsreferenties bevat, is het normaliter nodig om het gehele archief uit te pakken om referenties succesvol uit te pakken.

7. Ondersteuning toegevoegd voor het uitpakken van .zst-archieven in lange-reeksmodus, met een woordengrootte boven de 128 MB. Eerder was het alleen mogelijk om dergelijke archieven uit te pakken als de woordenboekgrootte 128 MB of kleiner was.

8. De efficiëntie van de opdracht “Herstellen” is verbeterd voor verschoven gegevensblokken in RAR5-archieven die met een herstelrecord beschermd zijn.

9. Het contextmenu in de WinRAR-bestandslijst biedt de optie “Openen in interne viewer” voor archiefbestanden. Dit kan nuttig zijn als u de ruwe gegevens van een archief wilt weergeven in de interne viewer. Een voorbeeld is om een e-mailarchief te lezen waarin UUE-bijlagen zijn opgenomen.

De gebruikelijke opdracht “Weergeven” geeft altijd de archiefinhoud. Als het bestand wordt herkend als een UUE-archief, dan zal “Weergeven” ook UUE-bijlagen weergeven.

10. Indien de opties “PC uitschakelen”, “Sluimerstand”, “Slaapstand” of “PC opnieuw opstarten” zijn ingeschakeld in WinRAR, dan zal er een vraag verschijnen om een dergelijke stroomactie te bevestigen voordat deze daadwerkelijk uitgevoerd wordt. Als de gebruiker niet kiest binnen 30 seconde, dan wordt de voorgestelde actie automatisch bevestigd en uitgevoerd.

Deze vraag wordt ook weergegeven bij gebruik van de schakeloptie -ioff in de WinRAR-opdrachtregel, maar niet voor de console-RAR-opdrachtregel.

11. Indien beide opties “Ingepakte bestanden testen” en “Kenmerk “Archief” na inpakken” zijn ingeschakeld bij het inpakken (of hun equivalenten ‘-t -ac’ op de opdrachtregel), dan zal het bestandskenmerk “Archief” alleen weggehaald worden als er succesvol getest is. Eerder werd deze ook weggehaald als de test fouten meldde.

12. Bij het inpakken van stdin met de schakeloptie -si toont RAR de huidige hoeveelheid gelezen bytes als voortgangsindicator.

13. Fouten hersteld:
a) archiefwijzigingsopdrachten konden mislukken voor bepaalde ZIP-archieven met bestandscommentaar;
b) een geheugenlek opgelost bij het lezen van de inhoud van .tar.bz2-archieven;
c) als de bron- en doelarchiefindeling gelijk zijn, dan stelde de opdracht “Archief omzetten” de oorspronkelijke archieftijd niet in op een nieuw aangemaakt archief, zelfs als de optie “Oorspronkelijke archieftijd” was geselecteerd bij de inpakparameters;
d) als bij het bladeren door de inhoud van een multi-volumearchief de optie “Volume-inhoud samenvoegen” op het tabblad “Bestandslijst” in het dialoogvenster “Instellingen” was ingeschakeld, dan kon de ingepakte grootte van een map in de WinRAR-bestandslijst kleiner zijn dan verwacht. De ingepakte grootte van de bestandsdelen van eerdere volume(s) werden niet meegenomen in de berekening;
e) zelfs als de uitpakoptie “Bestandsbeveiliging instellen” standaard was uitgeschakeld, dan nog probeerden de uitpakopdrachten in het contextmenu van Verkenner om NTFS-bestandsbeveiligingsgegevens te herstellen.

14. De grootte van het herstelrecord wordt voor RAR5-archieven weergegeven op het tabblad “Archief” van de bestandseigenschappen als die is opgestart vanuit het contextmenu van Verkenner. Voorheen werd voor dergelijke archieven alleen “Aanwezig” weergegeven, in plaats van de exacte grootte.

16. Indien een verkeerd wachtwoord is ingegeven bij het toevoegen van bestanden aan een versleuteld compact RAR5-archief, dan zal opnieuw gevraagd worden om een wachtwoord. Voorheen werd het inpakken in dit geval geannuleerd.

18. De NoDrives-waarde met daarin het bitmasker om stations te verbergen, kan nu worden gelezen van de registersleutel “HKEY_CURRENT_USERSoftwareWinRARPolicy”. Hiermee wordt het mogelijk om deze, indien gewenst, in winrar.ini op te nemen. De locaties in “SoftwareMicrosoftWindowsCurrentVersionPolicies” in HKEY_CURRENT_USER en HKEY_LOCAL_MACHINE worden ook ondersteund.

Voorheen werd alleen “SoftwareMicrosoftWindowsCurrentVersionPolicies” in HKEY_CURRENT_USER herkend.